Jan Willem Engelen
Een dochter belde om onze hulp in te roepen bij de voorbereidingen van de uitvaart van haar moeder. We spraken af in haar moeders appartement. Het blijft bijzonder, zo’n eerste moment. Je komt als vreemde binnen om even later heel persoonlijke dingen te bespreken. Terwijl de dochter, Jeannette, met koffie bezig was, gaf mij dat de ruimte om even de sfeer te proeven van degene die hier woonde, hier geleefd heeft. Zo’n appartement waar op een gegeven moment de tijd stil kwam te staan, waar alles al jaren op dezelfde plaats stond. Dat is vast haar man, denk ik bij het zien van één van de vele foto’s. Kleinkinderen vermoed ik, momenten van geluk, een foto van een hond… in een ogenblik krijg ik een kijkje in het leven van iemand die ik niet heb gekend, hier gisteren nog was.
Het leven van haar moeder
Jeannette vertelt over het leven van haar moeder. Een sterke, markante vrouw. Ze kan zich er helemaal niets bij voorstellen dat de dagelijkse telefoongesprekken er niet meer zullen zijn. Emoties kon haar moeder goed voor zichzelf houden, zelden was er een traan. Toch waren er momenten van stil verdriet. Jeannette’s oudste zoon kwam levenloos ter wereld. “Veertig zou hij nu zijn. Mijn moeder heeft altijd een plekje in haar hart voor hem gehad.”
Geen afscheid of tastbare herinneringen
Het gesprek boog af naar het verdriet wat Jeannette nog steeds voelde. “Ik heb hem nooit gezien. Zo ging dat destijds. Hij werd direct weggehaald.” Er was geen afscheid, er waren geen tastbare herinneringen, niets… Ze had nog wel het dekentje waarin haar zoon heel even was gewikkeld. Het lag boven in de kast op zolder. “Het ligt daar maar, maar je doet het ook niet weg.” Voorzichtig vroeg ik haar of ze het misschien met haar moeder zou willen meegeven. Het dekentje is dan niet meer thuis, maar ook niet weg. Het is immers bij iemand die je heel dierbaar was en blijft.
Het dekentje van Martijn
Vanuit haar eigen huis belde Jeannette die avond nog op. “Het ligt klaar.” De volgende ochtend kreeg het dekentje zijn uiteindelijke bestemming, samen met een brief, een knuffel en een foto van Jeannette, haar man en de broertjes en zusjes van Martijn. Met elkaar sloten ze de kist van haar moeder. Martijn. Dat was de naam die hij had gekregen. “Het is zo bijzonder zijn naam weer te hebben geschreven. En al maakt Martijn altijd deel uit van ons gezin, het lezen van zijn naam doet recht aan hem die met zoveel liefde werd verwacht.” Een klein blauwwit boeketje lag naast de andere bloemen op de kist tijdens de begrafenis.
Het graf
Onder de naam van haar moeder op de steen staat de naam van Martijn. Op zijn geboortedag heeft ze er bloemen gebracht. “Hij wordt met liefde omringd, hier door ons, maar ook daar waar hij nu is. Mijn moeder is een zorgzaam type”, zei ze met een glimlach en een knipoog. Op het graf ligt een kleine tegel:
Hoger dan de blauwe luchten,
en de sterretjes van goud,
woont de vader in de Hemel,
die van alle kinderen houdt.
“Dat zong mijn moeder vroeger voor mij. Het gedicht voelt als een verbinding. De cirkel is rond.”
Delen